Financiële informatie

Over 2024 heeft St Jansdal een verlies gerealiseerd van € 2,1 miljoen. Dit is € 8,3 miljoen lager dan het resultaat over 2023 (positief resultaat van € 6,2 miljoen).

Na stabiele financiële resultaten in 2022 (een positief resultaat van € 6,7 miljoen) en 2023 (een positief resultaat van € 6,2 miljoen), was als gevolg van de stijgende kapitaallasten en de financiële uitdagingen een rendement van 1% begroot. Het resultaat ontwikkelde zich echter negatief en heeft geleid tot een verlies van € 2,1 miljoen. Dit werd met name veroorzaakt door achterblijvende productieniveaus, hogere personele kosten (als gevolg van onder andere de cao en een hoog verzuim) en hogere kosten personeel niet in loondienst. Daarnaast is in 2024 de voorziening voor generatiebeleid gevormd.

 

Behaalde omzet en resultaten

Het totaal van de bedrijfsopbrengsten komt over 2024 uit op € 314 miljoen; dit is € 13,7 miljoen meer (5%) dan over 2023. De opbrengsten uit zorgprestaties stijgen met € 16,1 miljoen, wat wordt veroorzaakt door prijsindexatie. In de opbrengsten over 2024 was geen sprake meer van compensatie voor COVID-meerkosten (dit betrof in 2023 nog € 1,5 miljoen).


In de onderstaande tabel is een specificatie van de zorggerelateerde omzet over de verschillende onderdelen opgenomen:

 

Indeling (in mln euro)

2024

2023

2022

DBC-zorgproduct A-segment

15,8

15,4

15,0

DBC-zorgproduct B-segment

223,9

212,4

195,3

DBC-zorgproduct B-segment 3e Compartiment

0,4

0,4

0,5

OZP Eerstelijns diagnostiek

14,7

13,1

12,5

OZP Eerstelijns Diagnostiek - Med. specialist. behand. en diagn.

0,6

0,5

0,4

OZP Overige verrichtingen

7,0

6,2

5,0

OZP Paramedische behandeling en onderzoek

0,7

0,5

0,5

OZP Supplementair - Add-on DGM

26,3

25,5

23,4

OZP Supplementair - Add-on IC

5,0

5,0

4,9

OZP Supplementair - Overig traject

2,6

2,5

1,7

Compensatie COVID

0

1,5

4,3

Overig (o.a. niet betaalde omzet)

-1,9

-4,2

-5,3

Totaal

295,0

278,9

258,2

 

Het totaal van de bedrijfslasten stijgt van € 292,8 miljoen over 2023 naar € 315,4 miljoen in 2024:

 

Categorie (in mln euro) 2024 2023 Verschil % verschil
Personeelskosten 176,4 159,8 16,6 10%
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 16,7 14,1 2,6 18%
Honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten 33,6 32,3 1,3 4%
Overige bedrijfskosten 88,7 86,6 2,1 2%
Totaal 315,4 292,8 22,6 8%

 

De totale stijging van de personeelskosten bedraagt € 16,6 miljoen. Dit betreft zowel medisch specialisten in loondienst als alle andere (zorg)professionals. In 2024 is het gemiddelde aantal fte’s gegroeid met 3%. Daarnaast was in 2024 sprake van een cao-stijging van gemiddeld 3% en leidt de cao-stijging per 1 december 2023 ook tot hogere kosten in 2024.  Tevens is in deze post de dotatie aan de voorziening voor langdurig zieken van € 3,2 miljoen opgenomen en is hieronder ook de dotatie als gevolg van het vormen van de voorziening generatiebeleid van € 1,7 miljoen verantwoord. Ten slotte maken de kosten voor personeel niet in loondienst onderdeel uit van de personeelskosten, die in 2024 met € 0,2 miljoen zijn gestegen t.o.v. 2023.

De stijging van de afschrijvingen met € 2,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door de ingebruikname van bouwdeel Zuid medio november 2023, waardoor in 2024 sprake is van een geheel jaar aan afschrijvingen.

Het honorarium voor de vrijgevestigde medisch specialisten stijgt van € 32,3 miljoen naar € 33,6 miljoen. Er is een directe relatie tussen de hogere gerealiseerde omzet en het aan de coöperatie medische staf betaalde honorarium.

De overige bedrijfskosten stijgen met € 2,1 miljoen ten opzichte van 2023, met name als gevolg van indexatie. 

De EBITDA (resultaat voor aftrek van kapitaallasten) komt, zonder te corrigeren voor incidentele posten, over 2024 uit op € 15,8 miljoen (5%). Dit is een daling van € 5,5 miljoen ten opzichte van 2023. Deze verslechtering komt met name tot stand door een achterblijvende omzet, hogere personele kosten en hogere kosten personeel niet in loondienst.

Het EBITDA niveau ligt onder de norm die in het bankconvenant is opgenomen. De solvabiliteit is boven de norm. De bank heeft een waiver verstrekt voor het doorbreken van de EBITDA norm.

 

EBITDA (x EUR miljoen)

2024

2023

2022

Norm

EBITDA absoluut

€ 15,8

€ 21,3

€ 23,1

 

EBITDA in procenten van de totale bedrijfsopbrengsten

5,0%

7,1%

8,5%

> 8%

 

Solvabiliteitratio’s

2024

2023

2022

Norm

Eigen vermogen / totaal vermogen

31,4%

33,0%

32,5%

> 30%

Eigen vermogen / totale bedrijfsopbrengsten

22,7%

24,4%

24,6%

> 20%

 

De overige bancaire ratio's laten het volgende beeld zien: 

 

Bancaire ratio’s

2024

2023

2022

Norm

NetDebt/EBITDA (langlopende schulden + kortlopend gedeelte -/- liquide middelen) / EBITDA)

3,2

1,1

0,3

< 4,5

Loan-To-Value (langlopende schulden / vaste activa)

47%

46%

48%

< 75%

 

Liquiditeitstratio’s

2024

2023

2022

Norm

Current ratio (Vlottende activa / vlottende passiva)

1,3

1,3

1,3

> 1,0

DSCR (EBITDA / (rente + reguliere aflossing)

1,0

2,2

2,4

> 1,4

 

Investeringen en afschrijvingen

De totale investeringen in 2024 bedragen € 27,6 miljoen. De grootste investeringen zijn gemaakt voor onderhanden project Bouwdeel D (renovatie van de kliniek), totaal € 11,7 miljoen in 2024. Daarnaast is in 2024 € 4,7 miljoen in Bouwdeel B geïnvesteerd. De overige investeringen betreffen reguliere instandhoudingsinvesteringen.

 

Kasstromen en financieringsbehoeften

Het totaal van de operationele kasstroom is in 2024 afgenomen van € 16,8 miljoen over 2023 naar € 1,4 miljoen over 2024. De kasstroom uit investeringsactiviteiten bedraagt als gevolg van de eerdergenoemde investeringen een uitgaande kasstroom van € 28,3 miljoen. Tevens zijn reeds nieuwe leningen aangetrokken voor de renovatie van de kliniek. Als gevolg hiervan heeft over 2024 de kasstroom uit financieringsactiviteiten een positief saldo van € 5,7 miljoen. Op totaalniveau leidt dit ertoe dat er in 2024 sprake is van een afname van de liquide middelen van € 21,1 miljoen. 

 

Belangrijkste risico's en onzekerheden

St Jansdal brengt risicomanagement op verschillende manieren tot uitvoering. Jaarlijks vindt op gestandaardiseerde wijze een herijking van de strategische en tactische risico’s plaats. In risicosessies waarbij de Raad van Bestuur en het management betrokken zijn, worden de risico’s, classificatie van de risico’s en de interne beheersing geëvalueerd. Waar nodig vindt herijking plaats. Hierbij ligt de focus op risico’s die ertoe kunnen leiden dat de strategische ambities en doelstellingen niet worden behaald. Vanuit de strategische en tactische risicoanalyse zijn over 2024 de volgende risico’s als significant aangemerkt:

 

Nummer

Beschrijving risico

Beheersmaatregelen

Acceptabel restrisico

1

Bedrijfsvoering – Financieel rendement  

Het risico bestaat dat de financiële resultaten onvoldoende zijn (o.a. door prijsdruk vanuit zorgverzekeraars, hoge inflatie, maar ook ontwikkelingen in IZA) om benodigde investeringen (in gebouwen, middelen, personeel en innovatie) te verrichten, waardoor de kwaliteit van zorg afneemt en de continuïteit van de organisatie in gevaar komt.

- Maandelijkse monitoring en bijsturing via financiële rapportage;

- Meerjaren investeringskader;

- Anticiperen op externe ontwikkelingen in afspraken met zorgverzekeraars;

- Identificeren van relevante benchmarks op het gebied van productie en financiën/bedrijfsvoering en draagvlak creëren binnen organisatie/medische staf voor gebruik van deze informatie ten behoeve van rendementsverbeteringen;

- Procesoptimalisatie en capaciteitsmanagement verder doorvoeren; en

- Implementatie van rendementsverbeteringsprogramma voor de periode 2024-2027.

Ja

2

Capaciteit – Beschikbaarheid en efficiënt gebruik van capaciteit

Het risico bestaat dat er onvoldoende capaciteit (mensen en middelen) en/of onvoldoende efficiënt gebruik wordt gemaakt van de capaciteit, waardoor wachtlijsten toenemen en productienormen (bijvoorbeeld OK en kliniek doelstellingen) niet worden gerealiseerd, patiënten en medewerkers ontevreden raken en de kwaliteit van de zorg onder druk komt te staan.

- Middels ICM wordt gestuurd op een adequate capaciteitsbegroting. Vanuit de capaciteitsbegroting wordt gestuurd op afdoende capaciteit en wordt ingezet op het op peil houden van personeel;

- Specifiek voor schaars personeel wordt kort cyclisch gemonitord en gewerkt met een flexibele schil of in voorkomende gevallen met tijdelijke overformatie; 

- Middels ICM wordt vanuit de productiebegroting naar een capaciteitsbegroting voor OK en kliniek gewerkt en deze wordt gemonitord en waar nodig bijgesteld in de stuurgroep ICM en in tactische en operationele overleggen; en

- Daarnaast wordt middels diverse projecten gestuurd op een meer optimale benutting van OK en kliniek.

Ja

3

Inkoop – Volatiliteit van de inkoopmarkt

Het risico bestaat dat de inkoopmarkt te volatiel is als gevolg van tekorten aan medische hulpmiddelen door leveringsproblematiek bij leveranciers en gewijzigde regelgeving (MDR). Hierdoor kan de gewenste zorg niet of niet tijdig geleverd worden en komt daarmee de continuïteit in het geding. Volatiliteit brengt eveneens prijsrisico’s met zich mee, doordat inkoopprijzen sterk fluctueren door de mismatch in vraag en aanbod.

- Lokaal sterk (datagericht) sturen op tijdig inzicht in potentiele probleemgebieden, afstemming en afspraken met leveranciers;

- Assortimentscoördinator vanuit landelijk netwerk (LNAG) met korte lijnen om alternatieven te vinden en snel te schakelen; en

- Vanuit IAZ verenigd in ZINN met als doel om:

  • de overheid te bewegen de rol van ‘marktmeester’ op te pakken en verantwoordelijkheid te nemen; en
  • een vuist te maken richting leveranciers en deze te bewegen verantwoordelijkheid te nemen voor goede en veilige zorg.

Ja

4

Personeel – Ontbreken professionele roostercultuur

Het risico bestaat dat een professionele roostercultuur ontbreekt, doordat mutaties onjuist en/of onvolledig worden verantwoord, mutaties niet of niet tijdig door de leidinggevende worden geaccordeerd, er onvoldoende sturing op geregistreerde en niet-geregistreerde componenten plaatsvindt, wat leidt tot onjuiste en/of onvolledige salarisuitbetalingen en een inefficiënte planning (wat weer kan leiden tot een negatief financieel effect voor het SJD).

- Beleid: er wordt een nieuw roosterbeleid opgesteld en geïmplementeerd;

- Gedrag: op alle niveaus wordt het gesprek aangegaan over optimaal gebruik van InPlanning, inclusief het sturen op uren; en

- Systeem: optimalisatie van InPlanning.

Ja

5

Personeel – Onvoldoende (zorg)professionals in de toekomst

Het risico bestaat dat er onvoldoende (zorg)professionals in de toekomst zijn, waardoor de kwaliteit van de zorg, alsmede de continuïteit van de organisatie, in het geding komt.

 

Daarnaast is het vinden en behouden van technisch personeel een groot risico, terwijl deze mensen wel cruciaal zijn om de continuïteit van de voorzieningen te waarborgen, o.a. het tijdig oplossen van storingen.

- Meer instroom creëren: uitvoering geven aan de onderdelen binnen het Strategisch opleidingsplan gericht op meer kunnen opleiden tot verpleegkundige, zorgprofessionals in de acute zorg, CZO gerelateerde beroepen en overige moeilijk vervulbare functies (techniek en ICT);

- Meer behoud creëren: een nieuw strategisch HR beleid geeft hier mede sturing aan;

- Onnodige uitstroom voorkomen: meer inzicht in vertrekreden SJD creëren d.m.v. generen van managementinfo via AFAS en het beleid hierop blijven aanpassen;

- Op afdelingsniveau ontwikkelen van een integrale aanpak bij (dreigend) tekort aan medewerkers: inzet verschillende HR instrumenten (opleiden, functiedifferentiatie, contractbeleid etc.); en

- Anders werken: Een andere benadering van de arbeidsmarkt is dringend noodzakelijk. Dit vraagt om een andere kandidaatbenadering/ doelgroepenbenadering, anders omgaan met systemen en de administratielast en een andere arbeidsmarktcommunicatie.

Ja

6

Personeel – Werkdruk / Ziekteverzuim

Het risico bestaat dat er sprake is van een te hoge werkdruk als gevolg van o.a. Covid-19 (oververmoeidheid medewerkers / hoger ziekteverzuim) en onvoldoende gekwalificeerd personeel, waardoor de kwaliteit van de zorg in het geding kan komen, de sfeer en motivatie onder het personeel verminderd en er mogelijk een tekort aan personeel ontstaat, waardoor de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar komt.

- Anders werken d.m.v.:

a. Integraal capaciteitsmanagement;

b. Basis op orde (onderdeel van de strategie): creëren van efficiënte werkprocessen waar de verstorende elementen zijn uitgehaald; en

c. Digitaliseren van de zorg en werkprocessen.

- Leiderschap tonen op alle hiërarchische niveaus:

a. Op de inhoud d.m.v. planningen verbreden, prioriteren, zaken niet doen; en

b. Op de mens d.m.v. waardering uiten en in gesprek zijn met teams en individuen over wat zij nodig hebben (MO is daarbij helpend). Er is in het bijzonder aandacht voor de nazorg Corona door de Regiegroep Mentale Gezondheid.

- Werken aan inzetbaarheid d.m.v. inzet van inzetbaarheidsadviseurs, opleiden leidinggevenden en opzetten providerboog.

Ja

 

Risico’s op het gebied van IT/automatisering maken onderdeel uit van de strategische en tactische risicoanalyse. Er zijn risico’s geïdentificeerd ten aanzien van cybersecurity en de IT infrastructuur, waar adequate beheersmaatregelen zijn getroffen, om de risico’s tot een aanvaardbaar laag niveau te mitigeren. Ontwikkelingen vanuit wet- en regelgeving worden nauw gevolgd, om hieruit voortvloeiende risico’s tijdig te mitigeren. Een recente ontwikkeling betreft onder andere de NIS2-richtlijn, waarbij St Jansdal aansluiting zoekt met de NEN7510 normen en waar nodig aanvullende beheersmaatregelen worden getroffen.


Daarnaast heeft het St Jansdal een frauderisicoanalyse. Hierbij zijn de beheersmaatregelen afgezet tegen de bruto frauderisico’s, wat vervolgens geresulteerd heeft in netto frauderisico’s. Op basis van de definitieve classificatie is vastgesteld of de frauderisico’s voldoende worden beheerst. In de frauderisicoanalyse komt eveneens het thema corruptie aan bod.

Overig thema Onze financiën